Met enige regelmaat krijgen we vragen over het invullen van de vragenlijsten in de signalering en diagnostiek door ouders en duo-leerkrachten. Er is namelijk maar één vragenlijst voor ouders en maar één vragenlijst voor de leerkracht. Dit willen we ook zo houden, omdat het toevoegen van meer bronnen de conclusies van het protocol onoverzichtelijk en dus minder betrouwbaar maakt.

Wat is dan ons advies? Zowel voor ouders als voor duo-leerkrachten is in principe het advies om de lijst in te laten vullen door één van de ouders en één van de leerkrachten, bij voorkeur de ouder of leerkracht die het kind of de leerling het meeste ziet of meemaakt. Wanneer twee mensen de lijst invullen die in grote lijnen hetzelfde beeld hebben van het kind of de leerling, dan is er geen probleem.  Er ontstaat wel een probleem wanneer ouders of duo-leerkrachten het niet met elkaar eens zijn over het beeld dat zij hebben van het kind of de leerling. Dan zal er vaak een soort gemiddelde worden ingevuld en dit zegt niets meer over het kind of de leerling.

Nu kunnen we ons voorstellen dat ouders het soms toch prettig vinden om allebei de lijst in te vullen. In dat geval kan de school de vragenlijst op papier meegeven. Eén van de ouders vult de lijst als eerste in, daarna vult de tweede ouder de lijst in en geeft bij de keuze van een ander antwoord zijn keuze aan in een afwijkende kleur. De leerkracht kan dan bekijken in hoeverre de antwoorden van beide ouders verschillen. Notabene: deze procedure kan desgewenst ook bij duo-leerkrachten worden gevolgd.

Dit kan leiden tot de volgende situaties:

  • Bij minder dan 25% van de vragen geven ouders een verschillend antwoord -> eerst ingevulde lijst wordt overgenomen in het DHH;
  • Bij 25% van de vragen of meer geven ouders een verschillend antwoord -> onderstaande procedure (voor gescheiden ouders) wordt gevolgd.

Notabene: nuanceverschillen worden niet meegeteld, er wordt alleen een verschil gescoord wanneer er bij de vragenlijst signalering een verschil is van twee of meer punten (dus bijvoorbeeld tussen ‘soms’ en ‘bijna altijd’) of bij de vragenlijst diagnostiek wanneer de ene ouder de linker uitspraak heeft gekozen en de ander de rechter uitspraak.

Soms is het niet mogelijk of wenselijk dat beide ouders samen een vragenlijst invullen, bijvoorbeeld in het geval van een scheiding. In dit geval adviseren we de school om twee versies aan te maken van de diagnostiek. Bij de ene versie wordt de ene ouder uitgenodigd om de ouderlijst in te vullen en in de andere versie de andere ouder. Voordeel is dat in dit geval beide lijsten digitaal kunnen worden ingevuld door de ouders. U kijkt dan vervolgens welke conclusies er zijn over de begaafdheid van de leerling. Is de conclusie tussen beide versies verschillend, dan is het advies om extern onderzoek aan te vragen in de vorm van intelligentieonderzoek. De verschillen die naar voren komen bij het beeld van het functioneren van de leerling (clusterscores), kan de school meenemen van beide ouders. Bij de keuze van de aandachtspunten voor de begeleiding is het beeld van de leerkracht leidend, omdat het gaat om de schoolsituatie. Deze manier van werken brengt extra werk mee voor de school, maar dit is wel een maner om bij gescheiden ouders heel zorgvuldig om te gaan met de meningen van beide ouders.